De bevriezing van de nachtpremies is nodig om die over een periode van 15 à 20 jaar terug te brengen tot het Europees gemiddelde. Een rekensom van Febelgra leert dat 41 % van de arbeiders van de bevraagde grafische ondernemingen met meer dan 40 werknemers, werkt in drie, vier en weekendploegen. Om de internationale concurrentiepositie van de Belgische grafische bedrijven te consolideren en de maakindustrie in ons land te kunnen houden, vraagt Febelgra om blijvende aandacht voor de hoge nachtpremies.

Voor 3 november is door de vakbonden een algemene staking in de grafische bedrijven aangekondigd.

Persbericht van Febelgra:

SOCIALE ONDERHANDELINGEN GRAFISCHE INDUSTRIE MUURVAST

De sociale onderhandelingen m.b.t. het IPA 2017-2018 binnen de grafische industrie geraken niet opgelost. De werkgevers discussiëren reeds jaren over te hoge nachtpremies ( tot 79% ) in vergelijking tot onze buurlanden Frankrijk ( 25%), Duitsland (25 tot 52%), UK ( 40%), Nederland ( 50%). Gezien het Belgisch export percentage 38% bedraagt van de totale productie en de export naar Nederland op één jaar tijd met 10% is gekelderd ( 2016) trekken de grafische werkgevers aan de alarmbel.

Nachtarbeid wordt gezien de consolidatiegolf binnen de grafische industrie steeds belangrijker. Febelgra analyseerde de grafische bedrijven met meer dan 40 werknemers. Uit het onderzoek blijkt dat binnen deze bedrijven 41% van de werknemers in de nachtarbeid betrokken zijn. Gezien het einde van de consolidatiegolf nog niet in zicht is zal dit aantal enkel maar stijgen. Bovendien is nachtarbeid nodig om de dure investeringen te rentabiliseren. De Sociale Commissie en de Raad van Bestuur maken zich dan ook terecht zorgen m.b.t. de concurrentiekracht van deze exportgerichte bedrijven.

Febelgra heeft de vakbonden opgeroepen om mee te werken aan een toekomstplan voor de grafische industrie. Zij vraagt aan de vakbonden een bevriezing van de nachtpremies d.m.v. een niet-indexering tot het Europees gemiddelde wordt bereikt. Deze maatregel heeft slechts effect op 15 à 20 jaar.

Febelgra vindt het dan ook onbegrijpelijk dat een maatregel die gespreid wordt over 15 à 20 jaar op geen enkel begrip kan rekenen van de sociale partners.

Febelgra betreurt eveneens de foutieve berichtgeving die binnen de bedrijven wordt verspreid.

In tegenstelling tot sommige berichten komt er in geen geval een afbouw ( vermindering) van de nachtpremies maar een bevriezing ( niet-indexering ) tot het Europees gemiddelde wordt bereikt.

Febelgra bevestigt dat er een realistische loonsverhoging komt voor alle arbeiders.

De maximale loonnorm (1,1%) die in het IPA werd voorzien mag volgens de onderhandelde teksten rekening houden met de specifieke marktomstandigheden waarin een sector zich bevindt, de tewerkstelling en de concurrentiekracht. Febelgra meent dat aan alle voorwaarden is voldaan om niet over te gaan naar een maximale invulling van 1,1% .

Over 2016 kromp onze grafische industrie met -4,7% tot 2,4 miljard euro, de eerste helft van dit jaar met -2%, de tewerkstelling daalt reeds jaren ( 2007: 15754 werknemers; 2016: 10.552werknemers) en de concurrentiekracht wordt aangetast door diverse Europese landen. Bovendien zijn wij binnen de schoot van het VBO de enige sector met negatieve cijfers.

Om al deze redenen en het onbegrip van de vakbonden om hier iets aan te doen is er een totale blokkering van de sociale onderhandelingen.

De bevriezing van de nachtpremies is nodig om die over een periode van 15 à 20 jaar terug te brengen tot het Europees gemiddelde. Een rekensom van Febelgra leert dat 41 % van de arbeiders van de bevraagde grafische ondernemingen met meer dan 40 werknemers, werkt in drie, vier en weekendploegen. Om de internationale concurrentiepositie van de Belgische grafische bedrijven te consolideren en de maakindustrie in ons land te kunnen houden, vraagt Febelgra om blijvende aandacht voor de hoge nachtpremies. Voor 3 november is door de vakbonden een algemene staking in de grafische bedrijven aangekondigd.Persbericht van Febelgra:SOCIALE ONDERHANDELINGEN GRAFISCHE INDUSTRIE MUURVAST De sociale onderhandelingen m.b.t. het IPA 2017-2018 binnen de grafische industrie geraken niet opgelost. De werkgevers discussiëren reeds jaren over te hoge nachtpremies ( tot 79% ) in vergelijking tot onze buurlanden Frankrijk ( 25%), Duitsland (25 tot 52%), UK ( 40%), Nederland ( 50%). Gezien het Belgisch export percentage 38% bedraagt van de totale productie en de export naar Nederland op één jaar tijd met 10% is gekelderd ( 2016) trekken de grafische werkgevers aan de alarmbel.Nachtarbeid wordt gezien de consolidatiegolf binnen de grafische industrie steeds belangrijker. Febelgra analyseerde de grafische bedrijven met meer dan 40 werknemers. Uit het onderzoek blijkt dat binnen deze bedrijven 41% van de werknemers in de nachtarbeid betrokken zijn. Gezien het einde van de consolidatiegolf nog niet in zicht is zal dit aantal enkel maar stijgen. Bovendien is nachtarbeid nodig om de dure investeringen te rentabiliseren. De Sociale Commissie en de Raad van Bestuur maken zich dan ook terecht zorgen m.b.t. de concurrentiekracht van deze exportgerichte bedrijven. Febelgra heeft de vakbonden opgeroepen om mee te werken aan een toekomstplan voor de grafische industrie. Zij vraagt aan de vakbonden een bevriezing van de nachtpremies d.m.v. een niet-indexering tot het Europees gemiddelde wordt bereikt. Deze maatregel heeft slechts effect op 15 à 20 jaar.Febelgra vindt het dan ook onbegrijpelijk dat een maatregel die gespreid wordt over 15 à 20 jaar op geen enkel begrip kan rekenen van de sociale partners.Febelgra betreurt eveneens de foutieve berichtgeving die binnen de bedrijven wordt verspreid. In tegenstelling tot sommige berichten komt er in geen geval een afbouw ( vermindering) van de nachtpremies maar een bevriezing ( niet-indexering ) tot het Europees gemiddelde wordt bereikt.Febelgra bevestigt dat er een realistische loonsverhoging komt voor alle arbeiders. De maximale loonnorm (1,1%) die in het IPA werd voorzien mag volgens de onderhandelde teksten rekening houden met de specifieke marktomstandigheden waarin een sector zich bevindt, de tewerkstelling en de concurrentiekracht. Febelgra meent dat aan alle voorwaarden is voldaan om niet over te gaan naar een maximale invulling van 1,1% .Over 2016 kromp onze grafische industrie met -4,7% tot 2,4 miljard euro, de eerste helft van dit jaar met -2%, de tewerkstelling daalt reeds jaren ( 2007: 15754 werknemers; 2016: 10.552werknemers) en de concurrentiekracht wordt aangetast door diverse Europese landen. Bovendien zijn wij binnen de schoot van het VBO de enige sector met negatieve cijfers.Om al deze redenen en het onbegrip van de vakbonden om hier iets aan te doen is er een totale blokkering van de sociale onderhandelingen.