Nadat de Franse papiergroep Sequana in februari laatstleden door de High Court van Londen veroordeeld was om 138 miljoen euro aan de Britse sigarettenproducent British American Tobacco te betalen, had de groep een vrijwaringsprocedure opgestart. De uitspraak van de rechtbank sloeg op een betwisting over de uitbetaling van een dividend in 2009 aan de Franse papiergroep door een voormalig filiaal van de Britse tabaksproducent. Na de veroordeling had Sequana meteen een reddingsplan ingediend bij de handelsrechtbank en het plan aangekondigd om de dochteronderneming Antalis naar de beurs te brengen. 18,36% van het kapitaal van Antalis International werd naar de beurs gebracht en dat moest Sequana in staat stellen om de 138 miljoen euro te betalen. Daarnaast moet de beursgang het ook mogelijk maken om Antalis op zijn verschillende markten te doen groeien, meer bepaald in de groeisectoren van de verpakking en de visuele communicatie. De aandelen van Antalis International worden op Euronext Paris genoteerd.
De aankondiging dat Sequana de vrijwaringsprocedure achter de rug had, viel samen met de eerste notering van de distributiedochter Antalis International op 12 juni. Het persbericht van 13 juni meldt dat "de handelsrechtbank zijn reddingsplan stopzet zodat er meteen ook een einde aan de vrijwaringsprocedure komt". De papiergroep blijft echter nog onder de bescherming van de rechtbank.
Antalis, een Europese distributeur van papier en verpakkingsproducten, is actief in 43 landen, telt ongeveer 5.600 medewerkers en boekte in 206 een omzet van 2,5 miljard euro.